Inzet van zorgtechnologie in verpleegkundige zorg kan nog beter
Zorgtechnologie kan helpen om de verpleegkundige zorg te ondersteunen. Denk aan een medicijndispenser die op het goede moment de juiste medicijnen aanbiedt. Of aan technologie waarmee je de bewegingen en leefpatronen van een oudere die thuis woont of verblijft in een zorginstelling kunt waarnemen. De inzet van deze zorgtechnologie kan nog verbeterd worden, zo blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Het gaat om geavanceerde vormen van zorgtechnologie die bijdragen aan de kwaliteit van leven van patiënten, de mantelzorger ondersteunen of de werkdruk van zorgverleners verlichten. Veel zorgaanbieders die thuis of in een instelling verpleegkundige zorg bieden maken al gebruik van deze nieuwe vormen van zorgtechnologie, maar hoe ze die inzetten verschilt sterk. Sommige aanbieders geven aan dat zij worstelen om deze technologie te gebruiken. Wij hebben onderzocht welke knelpunten en belemmeringen zij tegenkomen en hoe die verkleind kunnen worden.
Knelpunten en kansen
De NZa constateert dat veel afhangt van de situatie bij en de keuzes van de individuele zorgaanbieder voor de inzet van nieuwe zorgtechnologie. Uit het onderzoek blijkt dat bekostiging of financiering niet het grootste knelpunt is. Als het bestuur achter de inzet van nieuwe technologie staat, kan deze nieuwe vorm van zorg veel bijdragen aan passende zorg. Het gaat dus in de eerste plaats om bestuurlijke visie en daadkracht. Zorgaanbieders realiseren zich dat het tijd en energie kost om een zorgtechnologie goed te introduceren in de organisatie. Medewerkers en patiënten moeten uitleg en training krijgen over de hulpmiddelen die worden ingezet. Op dit punt kunnen zorgaanbieders veel van elkaar leren.
Versnipperde bekostiging
Ook de bekostigingswijze kan een knelpunt zijn. De financiering van zorgtechnologie is nu versnipperd geregeld. Dit komt doordat veel aanbieders zorg leveren op basis van zowel de Wlz, de Zvw als de Wmo. Een ICT-investering beperkt zich echter doorgaans niet tot één domein. Bovendien is financiering voor vernieuwing van zorg vaak tijdelijk, zoals in de vorm van een subsidie. In de integrale prestaties die de NZa vaststelt, vinden sommige zorgaanbieders het lastig dat er geen aparte geoormerkte component is voor zorgtechnologie. De NZa onderzoekt hoe we de inzet van deze technologie via de bestaande prestaties verder kunnen stimuleren.
Visie en samenwerking nodig
Om de toepassing van zorgtechnologie te bevorderen kan aan veel knoppen gedraaid worden. Zo is het allereerst een ‘must’ om als aanbieder een visie te ontwikkelen over de toepassing van zorgtechnologie in de organisatie. Draag deze ook consequent uit en leer van elkaar. Zorgkantoren kunnen daarnaast aanbieders die aarzelen, stimuleren om meer gebruik te maken van zorgtechnologie. Om tot passende zorg te komen is samenwerking tussen zorgkantoren en zorgverzekeraars nodig zodat de inzet van zorgtechnologie in de wijkverpleging aansluit op de langdurige zorg. De NZa vraagt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om meer lijn te brengen in de verschillende ‘potjes’ voor de financiering.