Minder inzicht in kleinste zorgaanbieders belemmert effectieve aanpak zorgfraude

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ziet dat de wens om de administratieve lasten voor zorgaanbieders te verlagen op gespannen voet staat met het verzamelen van noodzakelijke informatie om niet-integere zorgaanbieders aan te pakken. Door onvoldoende draagvlak bij zorgaanbieders en in de politiek besluit de NZa nu geen aanvullende vragen te stellen bij de jaarverantwoording van de zogeheten micro-zorgaanbieders. Zonder deze tien vragen missen we belangrijke informatie om goed toezicht te houden en om onrechtmatig gebruik van zorggeld tegen te gaan. We pleiten daarom voor strengere regels voor nieuwe zorgaanbieders om de markt minder gemakkelijk te kunnen betreden. 

Gevolgen beperkte informatie

Het besluit onze aanvullende vragen niet te stellen, heeft gevolgen voor de uitvoering van de wettelijke taken van de NZa. De NZa kan wel de drie vragen en beperkte jaarrekening van micro-zorgaanbieders uit de jaarverantwoording gebruiken. Door de beperkte informatie moet de NZa strikte keuzes maken in wat we wel en niet over deze doelgroep onderzoeken. Ook kan het betekenen dat de NZa later alsnog extra informatie uit moet vragen bij individuele micro-zorgaanbieders. Dit zorgt bij hen voor meer administratieve lasten dan wanneer de aanvullende vragen tegelijk met de jaarverantwoording worden gesteld.

Strengere toetredingsregels

De gevolgen raken ook het toezicht van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de kwaliteit van het dashboard Zicht op Zorgaanbieders. Dat dashboard wordt gebruikt door de partijen uit de Taskforce Integriteit Zorgsector bij de aanpak van zorgfraude. De NZa pleit al langer samen met deze partijen voor strengere toetredingsregels voor zorgaanbieders. De keuze voor lagere administratieve lasten maakt het extra belangrijk dat er strengere toetredingsregels voor micro-zorgaanbieders komen.