Trends acute zorg: minder ouderen naar huisartsenpost en spoedeisende hulp
In de acute zorg werken zorgaanbieders 24 uur per dag, 7 dagen per week samen zodat patiënten zo snel mogelijk de zorg krijgen die zij nodig hebben. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) monitort voortdurend wat er in de acute zorg gebeurt. Uit de meest recente cijfers en trends van de NZa blijkt bijvoorbeeld dat het gebruik van acute zorg per leeftijdsgroep verschilt. Een opvallende trend is dat ouderen minder vaak naar de huisartsenpost en de spoedeisende hulp (seh) gaan. Ook stopt in 2023 de sterke stijging van het aantal ambulanceritten.
Verschil per leeftijdsgroep
Hoe ouder iemand is, hoe meer acute zorg er nodig is. De toenemende vergrijzing heeft dan ook invloed op de ontwikkelingen in de acute zorg. Toch zien we dat ouderen juist minder acute zorg nodig hebben dan voorheen. Hoewel de groep 65-plussers bijvoorbeeld groeit in omvang, gaan zij per persoon minder vaak naar de huisartsenpost of seh dan voorheen. In 2017 had 60% van de 85-jarigen en ouder de huisartsenpost nodig in de avond, nacht en in het weekend. In 2023 is dit nog maar 50%. Ook zien we dat kinderen (0-4 jaar), jongeren en volwassenen tot 44 jaar, in vergelijking met de seh en ambulancezorg, het meest naar de huisartsenpost gaan.
Minder ambulanceritten
Na een sterke stijging in 2021 en 2022 van het aantal ambulanceritten, daalt dit aantal in 2023 licht. De inzet van de meest acute ambulanceritten (A1 en A2) dalen met 0.5% en 2.6%. Het aantal geplande ambulanceritten (B) daalt met 4.9%. Het aantal ambulanceritten naar de seh daalt het meest. Ambulances verlenen steeds vaker zorg ter plaatse. Dit aantal stijgt sinds 2017 en laat zien dat de rol van ambulances zich verder ontwikkelt.
Monitor acute zorg
De NZa publiceerde van 2017 tot en met 2023 elke twee jaar een Monitor acute zorg. De cijfers en trends die we nu publiceren zijn daar een update van. Deze informatie gebruiken we om als toezichthouder de toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg te monitoren.