Waar wordt de aangeleverde data voor gebruikt?

We zetten de aangeleverde data in om inzicht te verkrijgen in de regionale ontwikkeling van de wachttijden en wachtlijsten van casemanagement dementie.

Gebruik van gegevens

Driemaandelijks worden relevante gegevens opgevraagd voor het casemanagement dementie (CMD). De gegevens gaan over aantallen cliënten, het aantal fte’s van casemanagers en de gemiddelde wachttijd. Deze gegevens kunnen een indicatie geven van de toenemende druk. Op basis van deze indicaties kan de NZa zowel intern als extern acties opzetten om de toegankelijkheid te verbeteren. Zo maken we voor externen een informatiekaart, die onder andere VWS gebruikt als beleidsinformatie en kijken we intern elk kwartaal naar de toegankelijkheid van de zorg in verschillende netwerkregio’s. Wanneer lange wachttijden in bepaalde netwerkregio’s worden geconstateerd, nemen wij contact op om het verhaal achter de cijfers te horen. Tijdens deze gesprekken achterhalen we de context en oorzaak van de hoge cijfers en bespreken we enerzijds wat er gedaan wordt om deze te verlagen, maar ook waar de netwerken hierbij tegenaan lopen. Zo zoeken we samen naar goede acties om de wachttijden terug te dringen.

Belang van gegevens

Omdat de cijfers uit de CMD uitvraag de enige bron van inzicht zijn, is deze uitvraag erg belangrijk. Zonder deze gegevens kan geen indicatie gegeven worden van de druk op de zorg en kan niet achterhaald worden waar en waarom bepaalde problemen spelen. Zonder deze indicaties, kunnen dan ook geen acties opgezet worden om de druk weer te laten afnemen. Voor de groep kwetsbare patiënten die deze zorg nodig heeft, is het dus van groot belang om deze indicaties in beeld te brengen. Zo kan de zorg toegankelijk blijven voor deze groeiende groep.