Wanneer mag ik verstrekking- of begeleidingscodes registreren?
Voor enkele (dure) geneesmiddelen bestaan aparte zorgactiviteiten om de verstrekking van het geneesmiddel of de geleverde begeleiding vast te leggen. Hierbij maken we onderscheid tussen een toediening per infuus of per injectie (verstrekkingscodes) en andere toedieningsvormen zoals orale toediening of een zalf (begeleidingscodes). Het registreren van deze verstrekkings- en begeleidingscodes is belangrijk, omdat deze zorgactiviteiten vaak bepalen naar welk dbc-zorgproduct wordt afgeleid.
Verstrekkingscode
Wanneer mag ik een verstrekkingscode registreren?
U mag een verstrekkingscode (zorgactiviteit 039135, 039136, 039140 t/m 039148, 120414) registreren als een geneesmiddel (chemo-, immuno-, hormoontherapie of biologicals) toegediend wordt via een infuus of per injectie door, of onder verantwoordelijkheid van een medisch specialist. Als een patiënt zelf een geneesmiddel toedient, bijvoorbeeld met een pen of wegwerpspuit, mag u geen verstrekkingscode registreren.
Hoe vaak mag ik een verstrekkingscode registreren?
- Per injectie: elke dag dat één of meer injecties worden toegediend, mag u per soort behandeling (chemo, immuno e.d.) één verstrekkingscode registreren.
- Per infuus: elke dag dat één of meer infuuszakken worden aangesloten, mag u per soort behandeling één verstrekkingscode registreren.
Als uitvoerdatum van de verstrekking geldt de datum waarop de toediening plaatsvindt. Als er meerdere dezelfde toedieningen per infuus of injectie op dezelfde datum plaatsvinden, mag u één verstrekkingscode registreren.
Als op dezelfde datum verschillende toedieningen per infuus of injectie plaatsvinden, dan mag u per soort behandeling één verstrekkingscode registeren. Als er bijvoorbeeld op één kalenderdag zowel chemo- als hormoontherapie word toegediend, dan mag u twee verstrekkingscodes registreren: één voor de chemotherapie en één voor de hormoontherapie.
Begeleidingscode
Wanneer mag ik een begeleidingscode registreren?
Voor andere toedieningsvormen dan via infuus of per injectie (zoals oraal, zalfjes) van het geneesmiddel kunt u een begeleidingscode (zorgactiviteit 039891 t/m 039896, 039922 en 039923) vastleggen. Een begeleidingscode mag u vastleggen per contactmoment waarop de patiënt de zorgverlener die de patiënt begeleidt, consulteert in het kader van deze behandeling.
Toediening thuis
Wat mag ik registreren bij medicatietoediening in de thuissituatie?
Dit staat toegelicht in de informatiekaart Registreren en declareren medicatietoediening in de thuissituatie.