Nieuwe maximumtarieven huisartsenzorg 2025

De NZa stelt voor een deel van de huisartsenzorg maximumtarieven vast. In 2023 startte de NZa een kostprijsonderzoek om deze maximumtarieven te herijken. De herijkte tarieven zijn op 1 juli 2024 gepubliceerd en gaan in per januari 2025.

Een aantal huisartsenverenigingen maakte bezwaar tegen deze nieuwe tarieven. Deze bezwaren hebben wij zorgvuldig beoordeeld. De NZa publiceert de beslissing op bezwaar eind januari 2025, via een link op deze webpagina.

We merken dat er over een aantal onderwerpen onjuiste beeldvorming ontstaat en dat dit leidt tot misverstanden. Hieronder lichten we een aantal onderwerpen dan ook toe.

Nieuwe tarieven voor de huisartsenzorg na zorgvuldig onderzoek

De NZa deed onderzoek over het jaar 2022, het meest recent afgeronde boekjaar. De gegevensverzameling en controle werd gedaan door onderzoeksbureau Sira Consulting. Zij hebben hun onderzoek beschreven in het Rapport kostprijsonderzoek huisartsenzorg 2022.

De NZa heeft op basis van deze informatie tarieven berekend. Zie voor meer informatie ook het nieuwsbericht over de nieuwe tarieven voor de huisartsenzorg in 2025. Het onderzoeksproces is zorgvuldig doorlopen. Wij hebben vertegenwoordigers van huisartsen, zorgverzekeraars en patiënten meegenomen in iedere stap in dit kostprijsonderzoek en hen veelvuldig betrokken bij de afwegingen die we hierin maken. De NZa heeft deze input meegenomen bij het bepalen van de tarieven.

Lees voor meer informatie over onze kostenonderzoeken ook de informatiekaart Hoe bepaalt de NZa tarieven in de zorg?

De sector staat er financieel goed voor

De huisartsensector kent vele uitdagingen en is sterk in beweging, maar staat er financieel goed voor. Uit het kostprijsonderzoek over 2022 blijkt dat de kosten én de opbrengsten per praktijk de afgelopen jaren sterk zijn gestegen. Dit komt door de grote ontwikkeling die de sector de afgelopen jaren heeft doorgemaakt.

De huisartsenpraktijken zijn veranderd. We zien dat praktijken groter zijn geworden. Er werken meer huisartsen in loondienst of als waarnemer en ze werken in de praktijk samen met meer ondersteunend personeel, zoals praktijkondersteuners. Door deze andere manier van organiseren kunnen er per praktijk gemiddeld meer patiënten behandeld worden. Hierdoor zijn de opbrengsten meer gestegen dan de kosten. Uit het onderzoek blijkt dat de tarieven in 2022 dus ruim kostendekkend waren.

Huisartsenpraktijken worden complexer, praktijkhoudend huisartsen worden daarvoor beloond

We zien tegelijkertijd dat het werk voor huisartsen complexer is geworden. Praktijkhoudend huisartsen zijn niet alleen praktiserende huisartsen die zwaardere zorgvragen krijgen, maar zijn ook verantwoordelijk voor een grotere praktijk met meer personeel en meer patiënten. Praktijkhoudend huisartsen worden daarvoor extra beloond in de nieuwe tarieven:

  • In de tarieven voor 2025 zijn de arbeidskosten voor de praktijkhouder als aparte component verwerkt. Deze zogenoemde normatieve arbeidskostencomponent (nac) stijgt in 2025 met 11,9% tot € 202.476 per fte praktijkhoudend huisarts.
  • Huisartsen krijgen in 2025 een structurele bekostiging voor meer tijd voor de patiënt. Zodat zij meer tijd aan hun patiënten kunnen besteden.
  • De normatieve arbeidskostencomponent is voor de huisartsenzorg overdag. Daarnaast krijgen huisartsen sinds 2023 meer geld voor diensten buiten kantoortijden (de avond- nacht- en weekenduren).

Bepaalt de NZa het individuele inkomen van praktijkhoudend huisartsen?

Nee. De NZa bepaalt niet het individuele inkomen van een praktijkhoudend huisarts. De praktijkhoudend huisarts heeft als ondernemer in zekere mate zelf invloed op de hoogte van zijn of haar inkomen. De hoogte van het individuele inkomen hangt onder andere af van de wijze waarop de praktijk is georganiseerd, hoeveel uur de praktijkhouder voor de praktijk werkt en de omvang van de praktijk.

De NZa neemt in de tarieven een normatief bedrag op voor de arbeidskosten van praktijkhouders, omdat deze niet werkelijk te meten zijn. Bij een gemiddelde praktijk in 2025 is dit bedrag € 202.476 per fulltime werkende praktijkhoudend huisarts. Dit bedrag is bedoeld voor de arbeidskosten van een fulltime werkende praktijkhouder. Het betreft een vergoeding voor salaris, maar ook voor verzekeringspremies en pensioenpremies.

De praktijkhoudend huisarts met een gemiddelde praktijk kan dit bedrag overhouden aan het verlenen van huisartsenzorg overdag. Eventuele opbrengsten voor avond- nacht- en weekenduren komen hier nog bij. Organiseer je de praktijk slimmer, dan kan de opbrengst hoger worden. Maak je meer dan gemiddelde kosten, of heb je als praktijk minder opbrengsten dan gemiddeld? Dan kan het bedrag dat resteert als inkomen voor de huisarts lager zijn.

Bepaalt de NZa hoeveel uur een praktijkhouder werkt per week?

Nee. We zien dat sommige berichtgeving hierover onjuist is. In de tarieven is voor elke fte praktijkhoudend huisarts een volledige normatieve arbeidskostencomponent (nac) van € 202.476 opgenomen. Voor diensten in de avond-, nacht- en weekenduren ontvangen praktiserend huisartsen daarnaast nog een aparte vergoeding.

De nac is gebaseerd op het takenpakket en de verantwoordelijkheden, niet op het aantal werkuren per week. Ook bij andere beroepsgroepen van dit niveau is het heel gebruikelijk om beloond te worden op basis van de functie en niet het aantal gewerkte uren. Dat de NZa vanaf 36 uur een volledige nac toekent, betekent dus niet dat de praktijkhoudend huisarts voor precies 36 uur werken beloond wordt.

Voor meer informatie verwijzen we naar deze visualisatie: Welke kosten voor de praktijkhouder nemen we mee in de tarieven huisartsenzorg 2025.

Gaan de huisartsen minder verdienen nu de tarieven lager worden?

Nee. De opbrengsten van de huisartsenpraktijken waren de afgelopen jaren ruim kostendekkend. Als opbrengsten meer stijgen dan de kosten, kunnen de tarieven per behandeling omlaag. De tarieven blijven dus de kosten van de zorg, het personeel en de huisvesting dekken, en dus ook de gestegen arbeidskosten van de praktijkhoudend huisarts.  

Waarom voert de NZa kostenonderzoeken uit?

De tarieven in de zorg mogen niet te laag zijn, maar moeten de gemiddelde kosten voor zorg, personeel en huisvesting dekken. De tarieven mogen ook niet te hoog zijn, want dan betalen patiënten en verzekerden teveel voor de zorg. Om het maatschappelijk belang van continuïteit van het zorgaanbod en betaalbaarheid van de premies te borgen herijkt de NZa periodiek de tarieven in de zorg met behulp van kostprijsonderzoeken. Zie ook de informatiekaart Hoe bepaalt de NZa tarieven in de zorg?

Meer informatie