Kortdurende zorg

Een optimale bekostiging is een belangrijke randvoorwaarde voor een sterke eerste lijn en om passende zorg te kunnen bieden. Daarom adviseren wij de modulaire bekostiging voor het tijdelijk verblijf en herijken we de tarieven van het eerstelijnsverblijf en de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

In het kort:

  • De vraag naar kortdurende zorg stijgt, terwijl het aanbod gelijk blijft.
  • Vanaf 1 januari 2026 start ons experiment met modulaire bekostiging voor het eerstelijnsverblijf en de geriatrische revalidatiezorg.
  • Per 1 januari 2025 stijgen nagenoeg alle maximumtarieven binnen het eerstelijnsverblijf en de behandelprestaties binnen geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

Ontwikkelingen in de kortdurende zorg

Onder kortdurende zorg vallen drie vormen van zorg: het eerstelijnsverblijf (elv), de geriatrische revalidatiezorg (grz) en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (gzsp). In deze sector zien we een stijgende zorgvraag. Dit komt door de dubbele vergrijzing en het beleid om langer thuis te blijven wonen. Ook zien we de complexiteit van de doelgroep binnen deze zorgvormen toenemen. Dit terwijl het zorgaanbod niet stijgt, onder meer door de krapte op de arbeidsmarkt. Hierdoor ontstaat het risico dat er straks een tekort is aan met name specialisten ouderengeneeskunde, artsen voor verstandelijk gehandicapten en gedragsdeskundigen.

Nieuwe bekostiging tijdelijk verblijf

Als iemand door een acute zorgvraag niet meer zelfstandig thuis kan wonen, kan een tijdelijke opname in het elv helpen. Zo kan een ziekenhuisopname soms worden voorkomen. Daarnaast kunnen cliënten soms ook eerder uit het ziekenhuis worden ontslagen als zij gebruik kunnen maken van het elv. Onder het tijdelijk verblijft valt naast het elv ook de grz. De grz is een belangrijke schakel in de zorg voor ouderen. Binnen de grz wordt gewerkt aan revalidatiedoelen, waarbij het streven is dat een patiënt na een ziekenhuisopname weer thuis kan gaan wonen.

Het is belangrijk dat de bekostiging deze verschillende vormen van het tijdelijk verblijf ondersteunt. Samen met zorgaanbieders, zorgverzekeraars, beroeps- en branchepartijen hebben we onderzocht welke bekostiging hier het beste bij past. Op basis van dit onderzoek hebben we besloten om modulaire bekostiging in te voeren voor het eerstelijnsverblijf en de geriatrische revalidatiezorg. Deze modulaire bekostiging start als experiment in 2026 en loopt voor 5 jaar naast de huidige bekostiging.

‘Zorgaanbieders krijgen een vergoeding die beter past bij de zorgvraag omdat de behandeling apart gedeclareerd kan worden.’

Met modulaire bekostiging bekostigen we de zorg op basis van verschillende modules. Er is een module voor het verblijf, die aangevuld kan worden met verschillende behandelmodules. Doordat de behandeling apart gedeclareerd kan worden, krijgen zorgaanbieders een vergoeding die beter past bij de zorgvraag van de patiënt. Zo kan een specialist ouderengeneeskunde of een gedragsdeskundige meer zorg bieden in de eerste dagen, waardoor een patiënt misschien eerder naar huis kan en er zo sneller capaciteit ontstaat voor nieuwe patiënten die acuut zorg nodig hebben.

Herijking tarieven

We hebben de tarieven van het elv en de gzsp herijkt per 1 januari 2025. We kregen signalen uit het veld dat de tarieven niet meer passend waren. Daarom hebben we kostprijsonderzoeken in deze sectoren uitgevoerd. De zorg moet namelijk niet duurder of goedkoper zijn dan nodig. Zo zorgen we dat tarieven de kortdurende zorg betaalbaar blijft, bij te hoge tarieven. Maar ook dat de toegankelijkheid op peil blijft, bij te lage tarieven. Vanaf volgend jaar stijgen nagenoeg alle maximumtarieven binnen het elv en de behandelprestaties binnen de gzsp.

‘Deze nieuwe vorm van bekostiging versterkt de positie van de specialist ouderengeneeskunde.’

Op dit moment kan de inzet van de specialist ouderengeneeskunde in de thuissituatie alleen per uur gedeclareerd worden. Vanaf 2025 verandert dit. De huidige bekostiging is namelijk gebaseerd op kortdurende consultatie van de specialist ouderengeneeskunde en niet op de betrokkenheid van deze specialist voor een langere periode. Met 2 nieuwe prestaties voor trajectzorg aan kwetsbare patiënten kan de zorg vanaf 2025 tijdens de opstartfase per 3 maanden gedeclareerd worden. Daarna kan dit per maand. Deze nieuwe vorm van bekostiging versterkt de positie van de specialist ouderengeneeskunde in de eerstelijnszorg. Er ontstaat door deze bekostiging bijvoorbeeld meer ruimte voor afstemming en coördinatie van zorg. Als het nodig is, kan de specialist ouderengeneeskunde de regie van de huisarts ook (tijdelijk) overnemen. Daarnaast verlaagt deze nieuwe vorm van bekostigen de administratiedruk, doordat de specialist ouderengeneeskunde de geleverde zorg niet meer per uur hoeft te registreren.

Meer lezen: