3. Sectoren in beeld

Hieronder lees je de sectorspecifieke ontwikkelingen binnen de zorg. Lees onze brede visie op het toegankelijk en betaalbaar houden van zorg via Transitie binnen én buiten de zorg nodig en Waar gaan we voor als NZa?.

3.1 Sectoroverstijgende ontwikkelingen

Door een steeds maar toenemende zorgvraag en een krappere arbeidsmarkt kan iedereen niet langer dezelfde zorg krijgen als vroeger. Om de groeiende zorgkloof een halt toe te roepen moeten we gezamenlijk inzetten op passende zorg en gezondheid, vernieuwen en keuzes maken. In de sectorbeelden geven we inzicht in een aantal sectoroverstijgende ontwikkelingen en de ontwikkelingen binnen sectoren. Deze ontwikkelingen zijn de eerste stappen richting de fundamentele transitie die nodig is in de zorg. In de onderstaande paragrafen gaan we hier op in en bespreken we per sector de belangrijkste ontwikkelingen en de rol van de NZa hierin.

Om de uitdagingen in de zorg de komende jaren aan te kunnen, moeten we met elkaar de transitie naar passende zorg vormgeven. In dit hoofdstuk beschrijven we per sector wat hiervoor nodig is, welke ontwikkelingen we zien en welke stappen wij zetten. Daarnaast zijn er 4 thema’s die in alle sectoren een belangrijke rol spelen: preventie, duurzaamheid, digitale zorg en palliatieve zorg. We bespreken ook de belangrijkste ontwikkelingen in deze thema’s en de rol van de NZa.

3.1.1 Preventie

Veel (zorg)professionals vragen om de focus van een goed, en daarmee ook duur, zorgstelsel te verleggen naar een gezonde samenleving. De vraag naar zorg neemt namelijk toe. Dit komt onder andere doordat er meer patiënten zijn met één of meerdere chronische aandoeningen en door meer leefomgeving- en leefstijlgerelateerde aandoeningen. Een goed preventiebeleid kan die stijgende zorgvraag verminderen. Een dergelijk beleid vraagt om een gezamenlijke koers op verschillende terreinen (health in all policies).

In het kort

  • De zorgvraag stijgt. Breed preventiebeleid kan deze zorgvraag verminderen.
  • De implementatie van ketenaanpakken gaat nog langzaam.
  • We hebben meer ruimte in de bekostiging gemaakt voor sector- en domeinoverstijgende afstemming tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars over specifieke groepen patiënten.

Gezondheidsverschillen verkleinen

Wij steunen de wens vanuit het veld om gezondheidsdoelen wettelijk te verankeren. Deze roep is er namelijk met een reden. De zorgvraag neemt toe; niet alleen door vergrijzing, maar ook door een toename van leefomgeving- en leefstijlgerelateerde aandoeningen. Er zijn grote verschillen in de gezondheid van mensen in ons land. Het verschil in levensverwachting en gezonde levensjaren tussen verschillende groepen in Nederland is groot. Er zijn veel oorzaken voor deze verschillen. Zo spelen bijvoorbeeld de arbeidsmarktpositie, armoede en schulden en het opleidingsniveau een rol. Als de toegankelijkheid van de zorg afneemt, kunnen de verschillen in gezondheid toenemen. En daarmee is er een risico dat de mensen die de zorg het meest nodig hebben, deze zorg niet altijd krijgen.

We zien dat niet alle doelen uit het Nationaal Preventieakkoord worden gehaald. Het bieden van bescherming aan de inwoners tegenover het bieden van een vrije markt aan de voedsel-, rook-, gok- en alcoholindustrie blijft een spanningsveld.

‘Als de gezondheidsverschillen in ons land toenemen, bestaat het risico dat de mensen die de zorg het meest nodig hebben deze zorg niet altijd krijgen.’

Ketenaanpakken

In het IZA en het Gezond- en Actief Leven Akkoord (GALA) hebben partijen afgesproken dat 5 ketenaanpakken in het zorgaanbod worden opgenomen die zich richten op preventieve zorg. Voorbeelden van een ketenaanpak zijn de aanpak van overgewicht bij kinderen en valpreventie bij ouderen. Een ketenaanpak vraagt om een goede samenwerking tussen zorgaanbieders en het gemeentelijk domein.

De 5 ketenaanpakken krijgen steeds meer vorm, maar het zijn moeizame processen. Net als vorig jaar is er ook dit jaar nog geen landelijke dekking van alle preventieve ketenaanpakken. De implementatie blijft te lang op de tekentafel liggen en uitwerking in de praktijk laat op zich wachten. We merken bij verschillende ketenaanpakken een aarzelende houding van zorgverzekeraars.
Nog steeds speelt discussie over de effectiviteit van preventie een rol. Net als onduidelijkheid over de vraag of een interventie binnen het zorgdomein of het sociaal domein bekostigd moet worden. Zorgverzekeraars zijn terughoudend in het financieren van preventieve zorginterventies, terwijl het vaak gaat om lage investeringen. Hier moet meer beweging in komen.

Veel van de preventieve (zorg)interventies zijn gebaat bij tijd en ruimte voor een breder gesprek tussen zorgverlener en de burger en een bekostiging van sector- en domeinoverstijgende werkzaamheden. Dit jaar hebben we hierover adviezen uitgewerkt en betaaltitels gerealiseerd. Zoals de structurele bekostiging meer tijd voor de patiënt (MTVP) bij de huisartsen en het Verkennend gesprek, een samenwerking tussen de huisarts en de geestelijke gezondheidszorg. Met deze stappen is het voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars makkelijker geworden om preventieve zorginterventies te implementeren.

Gegevensuitwisseling en uitkomstinformatie

Publieke middelen zijn beperkt. We moeten ze dus inzetten waar ze daadwerkelijk tot resultaat leiden. Om aan een gezonde regio te werken, is uitkomstinformatie dan ook nodig. We zien dat sommige regio’s deze informatie al gebruiken, maar dit gebeurt nog lang niet in elke regio. Hier is nog veel winst te behalen. Daarnaast is een goede gegevensuitwisseling essentieel voor de samenwerking bij preventieve ketenaanpakken over domeinen en sectoren heen. Zorgvuldigheid is hierbij van groot belang, gezien het soort gegevens waar het om gaat. We zien dat gegevensuitwisseling voor veel zorgaanbieders een moeilijk onderwerp blijft. Er wordt momenteel gewerkt aan wet- en regelgeving die het veld hierin ondersteunt. Dit vinden wij positief, maar het komt (te) langzaam tot stand.

Meer lezen:

3.1.2 Duurzaamheid

De Nederlandse gezondheidszorg is verantwoordelijk voor ongeveer 7% van de totale uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast is 4% van het afval en 13% van het gebruik van grondstoffen, zoals metalen en mineralen, toe te schrijven aan de zorg. Daarom willen wij de zorgsector waar mogelijk ondersteunen in de beweging richting duurzame zorg. In november 2022 hebben de Rijksoverheid en zorgpartijen een Green Deal Duurzame Zorg gesloten. Ook wij hebben de Green Deal ondertekend en passen ons beleid hier waar mogelijk op aan.

In het kort:

  • Het leveren van zorg draag bij aan de gezondheid van de bevolking. Maar door de negatieve impact op klimaat en milieu draagt het ook bij aan de klimaatcrisis en de toenemende zorgvraag. Deze impact verminderen heeft een gunstig effect op de gezondheid en is daarom noodzakelijk.
  • Rijksoverheid en partijen hebben afspraken gemaakt en doelen gesteld om duurzame zorg mogelijk te maken. Ook wij hebben deze afspraken ondertekend.

Afspraken in de sector

De Nederlandse zorgsector draagt bij aan de uitstoot van broeikasgas, het gebruik van grondstoffen en de productie van afval. Dat komt door het leveren van zorg en het gebruik van materialen, door alle gebouwen en door de reisbewegingen van patiënten en medisch personeel. Dit bedreigt onze gezondheid en onze zorg. Betrokken partijen en de overheid zien dit ook. Er zijn daarom afspraken gemaakt om in te zetten op een gezondheidszorg met minimale impact op klimaat, milieu en leefomgeving. Wij moedigen deze beweging van harte aan en ondersteunen de partijen waar mogelijk.

‘Er worden afspraken gemaakt om in te zetten op een gezondheidszorg met minimale impact op klimaat, milieu en leefomgeving. Wij moedigen deze beweging aan en ondersteunen waar mogelijk.’

Green Deal Samenwerken aan duurzame zorg

In de Green Deal Samenwerken aan Duurzame zorg hebben de Rijksoverheid en partijen afspraken gemaakt om duurzame plannen uit te voeren. Ook wij hebben de Green Deal getekend. Deze deal geldt van 2023 tot en met 2026. De Green Deal heeft 5 thema’s:

  1. Actiever inzetten op gezondheidsbevordering.
  2. Vergroten van kennis & bewustwording, duurzaamheid in de curricula van zorgonderwijs en de richtlijnen opnemen.
  3. Verlagen van de CO2-uitstoot. Het doel is 30% CO2-reductie in 2026, 55% in 2030 en klimaatneutraal in 2050. Dit geldt met name voor vastgoed en vervoer.
  4. Verminderen van primair grondstoffengebruik. Het doel is 25% minder restafval in 2026, 50% minder primair grondstoffenverbruik en 75% minder restafval in 2030 en maximaal circulaire zorg in 2050.
  5. Verminderen van de milieubelasting door medicatie.

Wij zijn bij een deel van deze thema’s actief vanuit onze mogelijkheden. Zo valt het thema gezondheidsbevordering al binnen de activiteiten van de NZa op het gebied van preventie. Een voorbeeld hiervan is de Stoppen-met-Rokenzorg. Ons speerpunt passende zorg draagt bij aan het verlagen van CO2-uitstoot, het verminderen van grondstoffengebruik en de reductie van medicijnresten; vooral wanneer overbodige zorg niet geleverd wordt. Ook in de overweging om zorg, waar mogelijk, digitaal te leveren kan duurzaamheid een rol spelen. Daarnaast hebben wij in 2024 100 miljoen euro die bedoeld was voor het verduurzamen van huisvesting van de langdurige zorg verwerkt in de tarieven. De gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg en de forensische zorg waren al eerder gecompenseerd voor de gevolgen van wijzigingen van regelgeving op het gebied van duurzaamheid die leiden tot extra investeringen in vastgoed.

De komende periode geven wij extra aandacht aan geneesmiddelengebruik. We publiceren nog dit jaar onze plannen op dit gebied. Daarbij zetten we onder andere in op minderen met medicatie (deprescribing) en de rol van de farmacotherapeutische overleggen. Via onze betrokkenheid bij de doorontwikkeling van apotheekzorg, zetten we in op aandacht voor prikkels in de bekostiging die leiden tot gepast gebruik van geneesmiddelen.

Uitvoeringsprogramma Verduurzamen (publieke) zorg en welzijn

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is dit jaar gestart met een programma om de verduurzamingstransitie in de (publieke) zorg, welzijn en sport te versnellen: het Uitvoeringsprogramma 'Verduurzamen (publieke) zorg en welzijn 2024 – 2026’. Het programma sluit zoveel mogelijk aan bij de thema's van de Green Deal Duurzame Zorg 3.0, maar heeft een bredere scope. Wij zijn betrokken bij dit programma. We verkennen welke rol we voor onszelf zien bij (het bevorderen van) verduurzaming van zorg in het kader van onze wettelijke taken. Ook onderzoeken we in hoeverre de huidige bekostigingssystematiek van zorg uit de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg prikkels (kan) bevat(ten) om verduurzaming van de zorg te bevorderen.

Meer lezen:

3.1.3 Digitale zorg

In vrijwel elke zorgsector heeft digitale zorg inmiddels zijn intrede gedaan. Daardoor wordt digitale zorg steeds minder als een bijzondere vorm van zorg gezien, maar als een sectoroverstijgende ontwikkeling en een integraal onderdeel van zorg. De verwachtingen van digitale zorg zijn hooggespannen en de ontwikkelingen staan niet stil. Maar de digitalisering van zorg is een langdurig proces, dat wij faciliteren en ondersteunen.

In het kort:

  • Er is veel belangstelling en enthousiasme voor de inzet van digitale zorg.
  • We maken waar nodig passende betaaltitels voor digitale zorg en informeren betrokkenen over de mogelijkheden hiervan.

Een nieuwe werkwijze

Het implementeren van digitale zorg vraagt niet alleen om investeringen in en aanpassingen van systemen. De werkwijze van zorgprofessionals en zorgorganisaties bij het maken van contractafspraken moet ook worden aangepast. In de ziekenhuiszorg hoeft de patiënt bijvoorbeeld minder vaak naar de polikliniek te komen als thuismonitoring geschikt is. In de geestelijke gezondheidszorg is veel aandacht voor zelfhulp en online modules, bijvoorbeeld tussen behandelingen door of terwijl een patiënt op de wachtlijst staat. Er is genoeg belangstelling en enthousiasme voor de inzet van digitale zorg bij zowel zorgprofessionals als patiënten, al is dat deels noodgedwongen.

‘Er is genoeg belangstelling en enthousiasme voor de inzet van digitale zorg.’

Passende bekostiging van digitale zorg

Wij hebben geen rol in de beoordeling of toelating van medische technologie. Ook schrijven we niet voor welke technologie zorgprofessionals moeten gebruiken, dat is aan de zorg zelf. Wel maken wij waar nodig passende betaaltitels voor digitale zorg en informeren wij partijen over deze mogelijkheden. Om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden, is het belangrijk dat nieuwe technieken worden ingezet om andere zorg te vervangen of te voorkomen. Wij vinden dan ook dat het gepast gebruiken en in rekening brengen van digitale zorg in elke sector mogelijk moet zijn. Zo is het fijn dat patiënten een huisarts digitaal kunnen spreken, als er geen plek is bij de eigen praktijk of het niet lukt om naar de praktijk te komen. Maar dat geldt niet voor iedereen en het kan ook niet alle fysieke zorg vervangen. Wij blijven met het veld kijken waar we regelgeving moeten aanpassen om de groeiende inzet van passende zorg een plek te geven.

Goede inzet van digitale zorg mogelijk maken

Gepaste inzet van digitale zorg kan bijdragen om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Maar het is niet dè oplossing. Digitale zorg kan slechts gedeeltelijk de arbeidsmarktproblemen wegnemen. Toch moeten we alle kleine stappen richting passende zorg omarmen. Daarom moet het hele zorgsysteem meebewegen om een goede inzet van digitale zorg mogelijk te maken.

Belangrijke randvoorwaarden moeten verder worden ontwikkeld, zoals een infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg. De uitvoering van de Wet elektronische gegevenslevering in de zorg stokt. Het is aan de overheid om de vaart erin te houden en aan zorgaanbieders om bestaande standaarden te (gaan) gebruiken. Verdere digitalisering van zorg is een proces dat nog jaren duurt. Wij faciliteren en ondersteunen dit proces om tot een passende inzet van digitale zorg te komen.

Meer lezen:

3.1.4 Palliatieve zorg

Goede palliatieve zorg draagt bij aan de kwaliteit van leven en voorkomt niet-passende zorg. Het vroegtijdig bespreken van behandelwensen en -grenzen (proactieve zorgplanning) is een belangrijk onderdeel van de zorg voor kwetsbare patiënten en patiënten in de laatste levensfase. We starten experimenten om de bekostiging beter te laten aansluiten bij het sector- en domeinoverstijgende karakter van de palliatieve zorg.

In het kort:

  • Om palliatieve zorg en ondersteuning voor iedereen beschikbaar te maken, moet het integraal onderdeel zijn van de reguliere zorg.
  • Proactieve zorgplanning is een belangrijk onderdeel van passende zorg voor kwetsbare patiënten en patiënten in de laatste levensfase. We gaan aan de slag met de bekostiging in de huisartsen- en ziekenhuiszorg en deels in de kortdurende en langdurige zorg.
  • We willen de experimenten alternatieve bekostiging palliatieve zorg graag ook na 2026 doorzetten.

Palliatieve zorg als integraal onderdeel van de reguliere zorg

Er gebeurt veel op het gebied van de palliatieve zorg, waaronder de uitrol van het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II (NPPZII) onder de verantwoordelijkheid van Palliatieve Zorg Nederland (PZNL). Om palliatieve zorg en ondersteuning voor iedereen beschikbaar te maken, moet palliatieve zorg een integraal onderdeel zijn van de reguliere zorg.

‘Proactieve zorgplanning is een belangrijk onderdeel van passende zorg voor kwetsbare patiënten en patiënten in de laatste levensfase.’

Wij vinden proactieve zorgplanning een belangrijk onderdeel van passende zorg voor kwetsbare patiënten en patiënten in de laatste levensfase. Proactieve zorgplanning brengt de behandelwensen en -grenzen van de patiënt tijdig in kaart. Zo kan goede en passende zorg worden georganiseerd in de laatste levensfase. Patiënten en hun naasten houden op deze manier regie over welke zorg en ondersteuning zij nog wel en/of niet willen. Maar uit onze verkenning blijkt dat er nog geen landelijke organisatie en bekostiging van proactieve zorgplanning is.

Gezamenlijke aanpak bekostiging zorgplanning

In onze Visie bekostiging palliatieve zorg van maart 2022 schreven we dat we een prikkel in de bekostiging willen inbouwen voor de tijdige inzet van proactieve zorgplanning. Welke prikkel in de bekostiging nodig is, kan per zorgsector verschillen. Alleen met een gezamenlijke aanpak kunnen we de gesignaleerde knelpunten in de organisatie en bekostiging van zorgplanning aanpassen. Wij gaan daarom aan de slag met de bekostiging van proactieve zorgplanning in de huisartsenzorg en de medisch-specialistische zorg, en deels in de kortdurende en langdurige zorg.

In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn wij in 2023 gestart met de voorbereidingen van experimenten voor alternatieve bekostiging van palliatieve zorg. Deze experimenten starten in september 2024. Het doel is de bekostiging beter te laten aansluiten bij het sector- en domeinoverstijgende karakter van de palliatieve zorg. Binnen dit traject gaan we samen met de experimentregio’s de bekostiging anders vormgeven; meer integraal en minder productiegedreven. Dit doen wij in nauwe afstemming met PZNL.

Daarnaast zijn wij gestart met een vervolg op de monitor Palliatieve zorg. We brengen de trends in zorgkosten en zorggebruik van patiënten in hun laatste levensfase binnen de verschillende zorgsectoren en domeinen in kaart. Ook nemen wij mogelijk niet-passende zorgindicatoren mee, die het veld heeft opgesteld. Zo kijken we onder andere naar spoedeisende hulpbezoeken, IC-opnames en klinische opnames in de laatste levensmaand.

Voortzetten experimenten alternatieve bekostiging palliatieve zorg

We willen onze experimenten voor alternatieve bekostiging in de palliatieve zorg voortzetten. Het is een traject voor de lange termijn. Tot en met 2026 is er ruimte om op kleine schaal te onderzoeken welk bekostigingsmodel voor zowel de patiënt, de zorgprofessional, de zorgverzekeraar, het zorgkantoor als gemeenten meerwaarde heeft én goed toepasbaar is in de praktijk. Ook na 2026 willen we daarmee doorgaan. We roepen de politiek op om ons daarin te ondersteunen.

Meer lezen:

Meer lezen over de Stand van de Jeugdzorg?

In de toekomst worden de taken van de Jeugdautoriteit ondergebracht bij de NZa. Vanaf dat moment zullen we de jeugdzorg als extra sector aan onze overzichten toevoegen. Nu al benieuwd naar hoe het gaat in de jeugdzorg? Lees dan de Stand van de Jeugdzorg van de Jeugdautoriteit.

Lees ook

1. Transitie binnen én buiten de zorg nodig

2. Waar gaan we voor als NZa?