Wijkverpleging

De druk op de wijkverpleging groeit. De bekostiging van de wijkverpleging en de onderbenutting van het macrokader zijn onderwerp van gesprek in de sector. Daarnaast zien wij dat er strengere toetredingsdrempels nodig zijn voor nieuwe zorgaanbieders om misbruik van wijkverplegingsgelden tegen te gaan.

In het kort:

  • De arbeidsmarktproblematiek in de wijkverpleging houdt aan.
  • Het macrokader wordt onderbenut waardoor investeringen in de sector kunnen uitblijven.
  • Strengere toetredingsdrempels voor nieuwe zorgaanbieders zijn nodig om misbruik van wijkverplegingsgelden tegen te gaan.
  • De toegankelijkheid van de wijkverpleging staat onder druk.

Ontwikkelingen in de wijkverpleging

We zien dat de arbeidsmarktproblematiek in de wijkverpleging blijft bestaan. Er is meer uitstroom dan instroom van zorgprofessionals, waardoor het tekort aan wijkverpleegkundigen blijft groeien. Bovendien neemt de vraag naar wijkverpleging toe. Dit komt niet alleen door de vergrijzing, maar ook doordat we er als maatschappij op inzetten dat mensen steeds langer thuis blijven wonen en sneller naar huis gaan na een ziekenhuisopname. Dit zet de toegankelijkheid van de wijkverpleging onder druk.

Macrokader onderbenut

We vinden het opvallend dat het macrokader voor de wijkverpleging niet volledig wordt benut. Het macrokader is het financiële kader dat voor de sector is vastgesteld in het Integraal Zorg Akkoord. Ondanks de groeiende vraag naar wijkverpleegkundige zorg is er minder geld uitgegeven aan de sector dan begroot. Op dit moment onderzoeken Zorgverzekeraars Nederland en de brancheorganisaties ActiZ en Zorgthuisnl hoe dit kan. Wij zijn met deze partijen in overleg om te kijken hoe wij kunnen bijdragen aan dit onderzoek. Wij vinden dit onderzoek belangrijk omdat benutting van deze gelden onder andere van invloed is op:

  • de ondersteuning van cliënten die thuis wonen;
  • het opschalen van thuiszorgtechnologie;
  • innovaties om het vak aantrekkelijk te houden;
  • de inzet op passende zorg;
  • de onderlinge samenwerking in de regio.

Misbruik wijkverplegingsgelden

De wijkverpleging is al jaren op rij de sector waarover we de meeste signalen van fouten en fraude registreren. Dit komt onder andere doordat misbruikers van wijkverplegingsgelden (te) gemakkelijk een nieuw bedrijf kunnen starten. Dit gebeurt met name bij een deel van de kleine, niet-gecontracteerde zorgbedrijven. Bovendien zijn cliënten die gebruikmaken van deze zorgbedrijven vaak kwetsbaar en slecht op de hoogte van hun rechten. Het gevaar hiervan is dat er op deze vorm van zorg nu weinig tot geen controle plaatsvindt.

In antwoord op de arbeidsmarktproblematiek werken gecontracteerde zorgaanbieders ook steeds vaker samen met niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Deze gecontracteerde partijen declareren de zorg die namens hen geleverd is door een niet-gecontracteerde zorgaanbieder (een zogeheten onderaannemer). Het risico hiervan is dat de zorg die geleverd wordt via onderaannemers uit ons zicht blijft. Het is voor ons bijvoorbeeld niet altijd inzichtelijk met welke onderaannemers een gecontracteerde zorgaanbieder werkt. Bovendien is het niet altijd duidelijk of de gecontracteerde zorgaanbieder voldoende zicht heeft op het aantal uren zorg dat daadwerkelijk geleverd wordt of welke zorg er precies geleverd wordt (verpleging of verzorging). Door deze constructies kunnen wij eventuele fraude en misbruik minder goed opsporen.

‘Het risico is dat de zorg die geleverd wordt via onderaannemers uit ons zicht blijft.’

Het weglekken van wijkverplegingsgelden tast de solidariteit van het stelsel aan. Daarom zijn er onder andere strengere toetredingsdrempels nodig voor nieuwe zorgaanbieders en scherpere regels voor onderaannemerschap. Wij zijn blij dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op dit moment onderzoekt wat er mogelijk is om deze toetredingsdrempels aan te scherpen.

Passende bekostiging onder druk

We investeren vanuit een gezamenlijke visie met betrokken partijen, waaronder wijkverpleegkundigen en zorgaanbieders, al meerdere jaren tijd en energie in een toekomstbestendige bekostiging voor de wijkverpleging. Dit gebeurt binnen het experiment integrale prestaties wijkverpleging. Het doel van dit experiment is een bekostigingsmodel dat zelfredzaamheid, preventie en professionele autonomie ondersteunt en daarmee bijdraagt aan de toegankelijkheid van de wijkverpleging. Ook in de toekomst. In juni van dit jaar heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen om het experiment voor een passende bekostiging in de wijkverpleging aan te passen. De mogelijkheid om cliëntprofielen, een onderdeel van het experiment, mee te sturen met de declaratie vervalt hiermee. Daarmee verdwijnt een belangrijk instrument om zorginhoud centraal te stellen in de bekostiging.

‘Onze gezamenlijke visie blijft onveranderd.’

Veel wijkverpleegkundigen, zorgaanbieders en leveranciers van elektronische cliëntendossiers hebben geïnvesteerd in het implementeren van de cliëntprofielen. Onze gezamenlijke visie blijft onveranderd: om de toegang tot wijkverpleging nu en in de toekomst te borgen, moeten we het vak aantrekkelijker maken, administratieve lasten verlagen en meer uitgaan van wat cliënten écht nodig hebben. We zoeken daarom samen met wijkverpleegkundigen en zorgaanbieders naar manieren om de opgedane kennis en ervaringen uit het experiment mee te nemen in de verdere ontwikkeling van de wijkverpleging.