2. Waar gaan we voor als NZa?

De NZa is de onafhankelijke marktmeester, die staat voor toegankelijke en betaalbare zorg. Dat doen wij door regels te maken, toezicht te houden, de minister te adviseren en ontwikkelingen in de zorg te begeleiden en monitoren. Op die manier willen we het zorgstelsel goed laten werken én de transitie ondersteunen. Dit doen we in nauwe dialoog en samenwerking met het zorgveld en andere overheidspartijen. Vanzelfsprekend leidt dit tot dilemma’s en uitdagingen.

Zoals in hoofdstuk 1 benoemd, hebben onze wettelijke taken hun wortels in een andere tijd. Nu de kloof tussen zorgvraag en zorgaanbod groeit en IZA-partijen inzetten op passende zorg en ondersteuning, wordt er ook van ons iets anders verwacht. We lichten 2 van onze dilemma’s en 4 van onze veranderthema’s uit.

2.1 Zoeken naar de balans tussen ruimte en sturing

Als marktmeester van de zorg zien en voelen wij dat de veranderingen in de zorg en daar buiten, sneller en breder op gang moeten komen. We willen onze rol, positie en instrumentarium inzetten om passende zorg te bevorderen en het thema gezondheid breed te agenderen. Maar voor ons als overheidspartij is het uitdagend om een goede balans te vinden tussen sturing en ruimte geven. Enerzijds willen we sturen en de zorgtransitie aanjagen om te kunnen blijven garanderen dat iedereen zorg krijgt als dat nodig is. En anderzijds is verandering in de zorg alleen mogelijk als professionals, zorgaanbieders, patiënten en zorginkopers de ruimte krijgen om gezamenlijk initiatieven te ontplooien en eigenaar zijn van de verandering.

'Door te vroeg het ‘hoe’ en het ‘wie’ te bevriezen in regels is de kans groot dat we te weinig ruimte geven aan maatwerk.'

We kunnen breed gedragen initiatieven uit het veld om de zorg anders te organiseren wel helpen mogelijk te maken met regels en bekostiging. Maar we willen voorkomen dat we te snel of te veel sturen omdat dit ook tegen kan werken in dit proces. Veel oplossingen die nodig zijn om te werken aan gezondheid en passende zorg zullen nog ontwikkeld moeten worden. Door te vroeg het ‘hoe’ en het ‘wie’ te bevriezen in regels is de kans groot dat we te weinig ruimte geven aan maatwerk. Dan benutten we de innovatiekracht onvoldoende. Ook bij de energietransitie zien we dat een geheel van grotere en kleinere transities moet gaan optellen tot het bereiken van het transitiedoel. En dat wat vandaag niet kan, morgen opeens lijkt te lukken. Binnen die balans geven wij ons werk vorm, steeds meer samen met andere overheidspartijen zoals VWS, ZINL en de IGJ. Hierbij ligt onze focus ook op het wegnemen van systeembelemmeringen (zie paragraaf 2.3).

2.2 Durven kiezen en het bestaande loslaten

Als we het eens worden over waar we naartoe veranderen, wordt ook duidelijk welke wegen we daarvoor gaan bewandelen én welke wegen we afsluiten. Dit vraagt een andere manier van werken in de zorg, maar ook van ons. We kiezen steeds scherper waar we wel en niet onze mensen en middelen op inzetten. Zo zijn we terughoudender om verzoeken tot aanpassing van de bekostiging op te pakken als deze niet bijdragen aan de transitiedoelen. En focussen we ons toezicht op toegankelijkheid van zorgen de aanpak van zorgfraude in de sectoren waar wij de grootste risico’s zien.

‘Een transitie lukt alleen als we durven kiezen en bereid zijn om het bestaande los te laten.’

We opereren als NZa binnen een wettelijke context van een zorgstelsel dat ons veel brengt. Dit is een groot goed. Maar tegelijkertijd kan die wettelijke context ook verandering in de weg staan. Want de wet biedt vaak een oplossing voor vraagstukken uit het verleden, maar niet altijd voor de vraagstukken van de toekomst. Daarom is het soms nodig om de randen van het stelsel op te zoeken om transities te stimuleren of versnellen, maar kunnen wij niet willekeurig of zonder maatschappelijk en politiek draagvlak doen. Daarnaast zitten er beperkingen aan ons juridisch instrumentarium. Het afgelopen jaar hebben we door de aangenomen moties over de doorontwikkeling van de bekostiging van de wijkverpleging en de geestelijke gezondheidszorg geleerd dat via de bekostiging sturen op verandering, zonder dat de noodzakelijke verandering een wettelijke basis heeft, kwetsbaar is. Intensieve samenwerking met het veld en de cruciale partijen is belangrijk, maar consensus is niet altijd mogelijk.

‘Binnen het huidige stelsel kan er veel als we bereid zijn om er anders gebruik van te maken en aan de randen regelgeving aanpassen.’

Wettelijk verankerde gezondheidsdoelen en een duidelijk transitieproces, waarin niet alleen oog is voor opbouw van een nieuwe wereld, maar ook voor afbouw van een oude wereld, gaat niet alleen de zorg, maar ook ons en andere overheidspartijen helpen. Want het legt nadrukkelijker een verantwoordelijkheid bij de samenleving, de zorg en andere sectoren om te veranderen. En creëert maatschappelijke en juridische legitimiteit om regelgeving te veranderen en anders te interpreteren. Binnen het huidige stelsel kan er veel als we bereid zijn om er anders gebruik van te maken en aan de randen regelgeving aanpassen. Wij zetten onze kennis en creativiteit hiervoor in.

2.3 Een lerende houding

Waar maatschappelijk geld wordt besteed, verwacht de samenleving terecht dat dit op zinvolle en verantwoorde wijze gebeurt. En die verantwoordelijkheid voelen wij ook: zorggeld moet goed worden besteed. Op dit moment is het transitiedoel van het IZA naar meer passende zorg en ondersteuning nog niet goed genoeg toetsbaar. Het transitieproces vraagt een open en lerende houding van alle partijen, ook van ons. Uit het proces rondom de regioplannen en regiobeelden hebben we drie dingen geleerd. We moeten dichtbij de praktijk blijven om de transitie mee vorm te kunnen geven. Wij kunnen monitoren en daarmee partijen een spiegel voorhouden om reflectie mogelijk te maken, bijvoorbeeld door het delen van data. En met ons regulerend en toezichthoudend instrumentarium kunnen we mogelijkheden bieden en interveniëren wanneer het niet goed gaat en ondersteunen wanneer nodig.

'Wij vinden het belangrijk om ruimte te laten aan het veld om het transitieproces zelf invulling te geven.'

Onze ambitie is ook om te leren van andere grote transities zoals de energietransitie en ‘Ruimte voor de Rivier’ van Rijkswaterstaat. Beide transities kenmerken zich door een grote betrokkenheid van de overheid, landelijk en regionaal, bedrijven en burgers. Er zijn lessen te leren voor de zorg over de wijze waarop deze brede veranderingen tot stand zijn gekomen.

2.4 Vier van onze veranderthema's uitgelicht

Hieronder is meer te lezen over 4 veranderthema’s die hoog op onze agenda staan. Al deze thema’s zijn gericht op het wegnemen van systeembelemmeringen om de transitie naar passende zorg en ondersteuning te versnellen.

  1. Samen beslissen en meer tijd voor het goede gesprek mogelijk maken
  2. Samenwerking over de schotten heen makkelijker maken
  3. Digitalisering en datagebruik in de zorg bevorderen
  4. Passend contracteren als vliegwiel voor verandering

1. Samen beslissen en meer tijd voor het goede gesprek mogelijk maken
Passende zorg vraagt om aandacht voor de specifieke context van de individuele patiënt. Alleen zo kunnen zorgprofessionals focussen op wat de patiënt belangrijk vindt en echt nodig heeft. Dit laat veel positieve effecten zien, zowel voor patiënten als voor zorgprofessionals. Maar dit gaat ook over de uitdaging om financiële prikkels zo in te regelen dat niet-behandelen voor de zorgaanbieders ook een rendabele uitkomst is. Het wringt soms met kwaliteitsstandaarden, de verwachtingen van de patiënt of de verzekerde aanspraak. En het leidt soms tot lastige gesprekken met de patiënt, binnen de zorgorganisatie of binnen de beroepsgroep. Wij vinden het belangrijk dat zorgprofessionals hierin niet alleen staan en dat zij door hun organisaties en de overheid worden gesteund om verschil te maken. Wij dragen hieraan bij door meer tijd voor de patiënt (MTVP) structureel te bekostigen en zorgverzekeraars en zorgaanbieders handvatten te bieden om de contractering soepeler te laten verlopen.

2. Samenwerking over de schotten heen makkelijker maken
Een effectief samenwerkingsproces is cruciaal. Er is nog veel winst te behalen in de afstemming en betere samenwerking om de zorg toegankelijker te houden en te komen tot meer geïntegreerde zorg. Effectieve samenwerking zorgt voor een beter zorgproces, minder versnippering en met minder onnodige zorg (zoals dubbele onderzoeken of verslaglegging), betere aansluiting bij de patiëntvraag en efficiëntere zorgpaden. Nu kost samenwerking afdelingen of zorgorganisaties vaak geld, en levert het geen inkomsten op. Ook is het vaak zo dat een andere partij profiteert van de gerealiseerde baten van een procesinnovatie of interventie dan bij diegene die investeert. We willen bekostiging inzetten om samenwerking te stimuleren. Dit vergt samen optrekken van de NZa met VWS, IGJ en ZIN om het stelsel hierop aan te passen. Vanuit IZA worden deze gesprekken gevoerd, maar ook vanuit de politiek zijn er principiële besluiten voor nodig om bijvoorbeeld financiële afspraken tussen gemeenten en verzekeraars mogelijk te maken.

De regionalisering in de zorg die de afgelopen jaren met het IZA verder is uitgebouwd biedt veel kansen om de verbinding tussen zorg en gezondheid te verstevigen. Er zijn genoeg initiatieven in regio’s die perspectief laten zien op samenwerking tussen de professionele zorg en buurten/wijken. De regionale aanpak samen met het verbreden van onze focus op zowel zorg als gezondheid bieden ook kansen om de verbinding met burgers en het maatschappelijk draagvlak te vergroten.

3. Digitalisering en datagebruik in de zorg bevorderen
Net als in alle sectoren, zorgen de toegenomen mogelijkheden van IT en data voor innovatie. De zorg wordt beter als zorgprofessionals en patiënten gemakkelijk over de juiste medische informatie beschikken. De zorgsector loopt niet voorop in gegevensuitwisseling, maar er zijn wel forse stappen gezet afgelopen jaar. De zorg heeft gekozen voor één taal, Snomed. Ook over werkwijzen en techniek zijn afspraken gemaakt. De implementatie daarvan zal veel drempels wegnemen, maar vraagt ook nationale regie vanuit de overheid. Meer gedetailleerde afspraken over uitrol, bekostiging en wetgeving moeten nog worden vormgegeven.

'We kunnen het werkplezier van zorgprofessionals vergroten door de verantwoording te verminderen en betere eisen te stellen aan transparantie en bedrijfsvoering.'

Behalve de meerwaarde in de directe zorg, is inzicht in de zorg een conditie om het transitieproces mogelijk te maken. Dat vraagt om databedreven werken, ofwel leren en innoveren op basis van data. Alleen met inzicht in het effect van interventies voor de zorg en gezondheid kan worden aangetoond of er daadwerkelijk resultaat wordt behaald en of we de juiste dingen doen. Dit helpt professionals, zorgorganisaties en verzekeraars om te verbeteren. Met deze onderbouwde inzichten wordt het ook gemakkelijker om zorg die niet bijdraagt aan de transitiedoelen te kunnen en durven beëindigen. Dat is nodig, omdat we alle menskracht in willen zetten voor zorg die echt helpt. Controle in een fijnmazig systeem leidt nu tot veel administratieve lasten en verminderd werkplezier bij zorgprofessionals. We kunnen het werkplezier van zorgprofessionals vergroten door de verantwoording op het niveau van de individuele patiënt/cliënt te verminderen en betere eisen te stellen aan transparantie van uitkomsten van zorg in combinatie met een beheerste en integere bedrijfsvoering. Hier werken we als NZa aan mee.

4. Passend contracteren als vliegwiel voor verandering
Zorgverzekeraars en zorgkantoren maken met zorgaanbieders afspraken om aan hun zorgplicht te voldoen. Met de contractering hebben zij een instrument in handen om het zorgaanbod en de organisatie van zorg te richten op de toekomst. De transitie naar passende zorg en ondersteuning vraagt om passend contracteren.

Per regio zijn afspraken en plannen gemaakt over wat er moet veranderen in de zorg. De opdracht voor zorgverzekeraars en zorgaanbieders is om een relatie op te bouwen en contracten te sluiten die aansluiten bij deze regionale veranderopgaven. De weg hier naartoe is spannend. Het vraagt om gezamenlijke doelen, meer vertrouwen, meer samenwerking en meer transparantie, terwijl contractering tot voor kort nog met name werd gezien als een transactie tussen twee partijen met een eigen zakelijk belang.

'De transitie naar passende zorg en ondersteuning vraagt om passend contracteren.'

Als NZa doen we een aantal zaken om de contractering te verbeteren. We hebben handvatten gemaakt die gericht zijn op meer voorspelbaarheid en transparantie in het contracteerproces. Daarnaast bieden we inspiratie om te komen tot passende contracten. Daar waar contractering moeizaam gaat, gaan wij in gesprek met de betrokken partijen om zorgverzekeraars en zorgaanbieders aan te zetten hun verantwoordelijkheid te nemen.

De verandering naar meer passende zorg en ondersteuning gaat over zorgdomeinen heen. Om ook voor de toekomst goede zorg in een regio te kunnen borgen, is vergaande afstemming nodig tussen de financiers: zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten. Zij zouden de taak moeten hebben om hierop in gezamenlijkheid te sturen. We moedigen de politiek, maar ook zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten aan om te kijken hoe de verwachtingen van die zorgplicht over de domeinen heen gelijk getrokken kunnen worden. Waar nodig ondersteunen wij dit graag.

Lees ook

1. Transitie binnen én buiten de zorg nodig

3. Sectoren in beeld