Bevorderen samenwerking tussen instellingen
We gingen in gesprek met instellingen en netwerkverbanden over de ervaringen die zij hebben bij het aangaan van samenwerkingen met andere msz-zorginstellingen. Uit deze gesprekken en aanvullend bureauonderzoek kwamen een aantal knelpunten naar voren. Deze hebben betrekking op de inrichting van het stelsel in brede zin, de financiering, de contractering en randvoorwaarden.
Sector- en domeinoverstijgende knelpunten
De ervaren knelpunten kunnen we meestal niet direct oplossen door de dbc-bekostigingssystematiek aan te passen. Veel netwerken hebben samenwerkingen over de schotten en domeinen heen waardoor bekostiging verder gaat dan alleen de dbc-systematiek.
De NZa werkt hard aan initiatieven rondom contractering en bekostiging over de sectoren en domeinen heen. Denk hierbij aan de:
- Bekostiging domeinoverstijgende en sectoroverstijgende samenwerking (BDSS)
- Algemene diensten ten behoeve van verzekerde zorg (ADZ)
- Sectoroverstijgende betaaltitel
- Handvatten contractering
- Bundelbekostiging
We zullen de ervaren knelpunten bij deze samenwerkingen meenemen in de uitwerking van de andere lopende initiatieven en projecten.
Knelpunten binnen de dbc-systematiek
Een heel duidelijk knelpunt dat wel betrekking heeft op de dbc-systematiek, zijn de registratievoorwaarden van het multidisciplinair overleg (mdo). Dit pakken we op binnen het project ‘Registratiemogelijkheden beter aansluiten bij de praktijk’. De registratievoorwaarden rondom het mdo bekijken we in samenhang met de andere multidisciplinaire zorgactiviteiten.
Daarnaast kwamen knelpunten naar voren rondom onderlinge dienstverlening (ODV). Deze zaken kwamen ook naar voren in ons onderzoek naar onderlinge dienstverlening. Meer hierover lees je op de webpagina onderlinge dienstverlening msz.
Scheiden diagnostiek en behandeling
Binnen het programma passende bekostiging is er onderzoek gedaan naar de vraag of het scheiden van diagnostiek en behandeling efficiënt en effectief is voor stimuleren van de beweging naar passende zorg. Vanuit het veld wordt het af en toe genoemd.
Uitkomst van het onderzoek is dat wanneer de NZa invulling geeft aan het scheiden van diagnostiek en behandeling door een knip te leggen in de bekostiging, dat de bekostiging dan leidend wordt voor de organisatie van zorg. Hiermee zetten we de patiënt niet centraal. Bij het centraal zetten van de patiënt moet er gekeken worden naar wat de patiënt nodig heeft, wie die zorg levert en waar de zorg gegeven wordt. Daarnaast sluit het niet aan op de visie met de integraliteitsgedachte waarbij we de samenwerking juist meer willen stimuleren. Overleg tussen specialisten, ook over de diagnostiek in relatie tot de behandeling. Wordt dat juist niet minder door de trajecten los te knippen? Ze worden via de bekostiging in ieder geval niet gestimuleerd om elkaar op te zoeken.
Eindconclusie is dat het opknippen van diagnostiek en behandeling niet zorgt voor de juiste oplossing van de genoemde problemen. Het probleem wordt er juist mee verplaatst en veroorzaakt andere problemen. Het opknippen van trajecten zal altijd kunstmatig zijn en er is geen eenduidige knip te zetten. Afspraken tussen instellingen zijn leidend en zullen per patiënt, ziekenhuis, regio en landelijke anders zijn.