De zorgwereld is in transitie. Die verandering is noodzakelijk om te blijven garanderen dat mensen de zorg krijgen die zij nodig hebben. Als marktmeester begeleidt en stuurt NZa die transitie door de bekostiging van zorg te beheren en reguleren. Ook onderzoeken we of de bekostiging bijdraagt aan een goed functionerend zorgstelsel– en waar het beter kan. Zo werkten we in 2023 onder meer aan manieren om meer en betere samenwerking te stimuleren.
De financiële spelregels in de zorg hebben invloed op de keuzes die zorgverleners maken. Als NZa willen we dat onze regels zorgpartijen stimuleren om passende zorg te leveren, of belemmeringen hiervoor wegnemen. Eén van de manieren waarop dat kan, is door ruimte te bieden aan nieuwe samenwerkingen, over sectoren en domeinen heen. Iets wat hard nodig is om de groeiende druk op de zorg het hoofd te bieden.
Zorgbundels nemen hindernissen weg
Op dit moment vormen de talloze eilandjes binnen de zorgwereld een obstakel voor nieuwe samenwerkingen. Huisartsen, wijkverpleging, fysio’s, ziekenhuizen – allemaal hebben ze hun eigen regels, behandelingen én belangen. Vele patiënten hebben hulp nodig van zorgverleners uit allerlei sectoren en domeinen. Passende zorg kan dan alleen plaatsvinden vanuit een nauwe en efficiënte samenwerking.
Een oplossing hiervoor is de ontwikkeling van zorgbundels: pakketten met alle zorg rondom een bepaalde aandoening, voor één vast bedrag. Zo is er – over de grenzen van sectoren en domeinen heen – een gezamenlijk budget. En dat budget is niet alleen voor de zorg zelf, maar ook voor de coördinatie van de samenwerking die voor deze zorg nodig is.
Een uniek voorbeeld van zo’n zorgbundel is die voor de hand- en polszorg, ontstaan uit een succesvol experiment dat de NZa in 2023 is gestart. De bundel bevat de medisch-specialistische zorg, ondersteunende paramedische zorg en hulpmiddelenzorg. Voor elke patiënt is hetzelfde potje geld beschikbaar, of er nu wel of geen operatie plaatsvindt. Dit moedigt zorgverleners aan om de zorg te leveren die echt nodig is, gericht op het beste resultaat voor de patiënt. Vanaf 1 januari 2024 is deze bundelbekostiging ingesteld en te gebruiken door zorgpartijen. Blijkt de aanpak na drie jaar effectief, dan onderzoeken we hoe deze bekostiging standaard kan worden voor deze vormen van hand- en polszorg.
Meer samenwerking in eerste lijn en acute zorg
Zorgbundels helpen ontwikkelen is een van de manieren waarop we invulling geven aan het Integraal Zorgakkoord uit 2022. In deze gemeenschappelijke werkagenda van de zorgsector staan afspraken om te werken aan een sterkere eerstelijnszorg en acute zorg.
De druk op die eerstelijnszorg blijft flink stijgen, mede door de vergrijzing. Om iedere patiënt goed te kunnen helpen, is een betere organisatie van deze zorg nodig. Bijvoorbeeld via regionale organisaties waarin vele kleine zorgaanbieders verenigd zijn. Maar hoe bekostigen we zo’n organisatie? In gesprek met andere partijen hebben we hierop in 2023 een gezamenlijke visie ontwikkeld. In januari 2024 is de Visie eerstelijnszorg 2030 vastgesteld voor en door veldpartijen.
Iets vergelijkbaars speelt er in de acute zorg, die onder hoge druk staat door de stijgende zorgvraag en te weinig personeel. In 2023 brachten we advies uit over de acute zorg en hoe we samenwerking kunnen stimuleren door de (spoed)huisartsenpost en spoedeisende hulp vanuit één budget te bekostigen. Zij krijgen dan betaald voor beschikbaarheid, in plaats van voor de geleverde zorg per patiënt. Bij succes kan deze aanpak de nieuwe norm worden.
Zo bouwen we stap voor stap aan een toekomstbestendige organisatie van de zorg. Door samen met het zorgveld te leren en te ontwikkelen – niet vanuit een blauwdruk, maar met ruimte voor experiment en vernieuwing.
Een greep uit 2023…
We publiceren ons onderzoek naar de knelpunten en succesfactoren van de bekostiging en financiering van zorgtechnologie in de verpleeghuiszorg. Lees meer over het onderzoek.
We stellen een nieuwe beleidsregel op waarmee zorgaanbieders in de langdurige zorg worden gecompenseerd voor de bovenmatig gestegen energieprijzen in 2022.
Onze monitor Toegankelijkheid van Zorg laat zien dat het aantal ziekenhuisbehandelingen weer op het niveau ligt van voor de coronapandemie. De monitor Toegankelijk van Zorg is hierna overgaan in een algemene monitor, die drie keer per jaar uitkomt en wanneer nodig vaker. Daarbij hebben we gekeken welke bronnen nodig blijven en welke (tijdelijk) kunnen worden stopgezet, dit ook om de administratieve last van zorgaanbieders te beperken.
Met deze tariefdifferentiatie blijven we beogen dat psychiaters zich primair richten op het verlenen van zorg aan patiënten die daadwerkelijk een psychiater nodig hebben. De tariefdifferentiatie is namelijk gebaseerd op het onderscheid tussen noodzakelijke en niet-noodzakelijke zorginzet van een psychiater als een behandelaar.
Kinderen met overgewicht en obesitas ontvangen zorg van meerdere hulpverleners: deze ketenaanpak van zorg en ondersteuning wordt vanaf 2024 structureel bekostigd. De bekostiging is tot stand gekomen na experimenten in Amsterdam, Arnhem en Maastricht. Met deze bekostiging dragen we bij aan passende zorg en een gezonde leefstijl voor deze groep kinderen.
We geven het advies aan de minister van VWS om per 2025 wijzigingen in de bekostiging door te voeren zodat huisartsen meer tijd krijgen voor de patiënt. Het maakt het onder meer mogelijk om voor een consult gemiddeld 15 minuten uit te trekken in plaats van de huidige 10 minuten.
We helpen mee om kraamzorg toegankelijk te houden door per zorgverzekeraars per direct de mogelijkheid om naast de max-max 10% extra tarief af te spreken met de kraamzorgaanbieders.
Deze nieuwe manier van bekostigen stimuleert maatwerk in de contracten. Bovendien is de hoop dat hierdoor meer ruimte voor de professionele autonomie van de wijkverpleegkundigen zelf ontstaat.
De manier waarop de langdurige zorg is georganiseerd, is niet langer houdbaar. In het advies Scheiden van wonen en zorg en het advies Positionering behandeling van Wlz-cliënten roepen we de minister op om duidelijke keuzes te maken en spoedig aan de slag te gaan met het aanpassen van de Wet Langdurige Zorg (Wlz) om te voorkomen dat de zorg aan de meest kwetsbaten in gevaar komt.
Dit experiment in de langdurige zorg heeft een impuls aan LIN gegeven waardoor het heeft bijgedragen aan de totstandkoming/uitbreiding van de beleidsregel ‘gespecialiseerde zorg Wlz’. Tijdens het experiment hebben de experimenteerpartijen goed vorm en invulling kunnen geven aan het mobiele expertteam LBS (langdurig bewustzijnsstoornis), waardoor de doorgeleiding naar LIN-aanbieders verbeterd werd dankzij een warme overdracht.
Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hebben wij een prognose gemaakt over het budget voor de langdurige zorg voor 2023.
Het experiment ‘Volledig pakket thuis’ is succesvol afgerond. Dit betekent dat vanaf 2024 alle zorgaanbieders patiënten ook in de thuissituatie forensische zorg kunnen bieden. Dit maakt dat overstap van de kliniek naar de maatschappij kleiner. Patiënten kunnen de kliniek soms eerder verlaten dan voorheen, wat de doorstroom van patiënten versnelt.
In nauwe samenwerking met het CBR passen de we prestaties voor rijbewijskeuringen aan. Dit doen we omdat we regelmatig klachten ontvangen over de kosten van rijbewijskeuringen in relatie tot de tijd die het onderzoek duurde. Met deze aanpassing willen we ervoor zorgen dat de rekening duidelijker is en ook aantoonbaar passend is bij de geleverde inspanning door de arts.
Wij stellen prestaties waardoor de preventieve zorg die het risico op vallen verkleind, voortaan wordt vergoed vanuit het basispakket. Valpreventie is een goed voorbeeld van passende zorg omdat het risico op vallen wordt verkleind.
In het kader van IZA is besloten dat 2,8 miljard euro beschikbaar is voor transformatieprocessen in de zorg. De NZa heeft in samenwerking met VWS, ZINL en ZN een betaaltitel ontworpen die zorgaanbieders en zorgverzekeraars in staat stelt om deze middelen te ontvangen/te betalen. We hebben in nauwe samenwerking met ZN een eenvoudig proces ingericht om aanvragen snel af te kunnen handelen, om de administratieve lasten zo beperkt mogelijk te houden. Aanvragen die met terugwerkende kracht 2023 kunnen betreffen. In de laatste week van december 2023 hebben we de eerste aanvraag ontvangen die vervolgens in de eerste week van 2024 is beschikt.